De huidige belasting in box 3, ook wel vermogensrendementsheffing genoemd, zou in strijd kunnen zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dat blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad (HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:812). Volgens de Hoge Raad is belastingheffing over een vast rendement op zichzelf niet onredelijk of in strijd met de Europese regels. De vermogensrendementsheffing kan volgens de Hoge Raad echter wel in strijd komen met het EVRM als zou komen vast te staan dat het destijds door de wetgever voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van 4% voor particuliere beleggers niet meer haalbaar is en belastingplichtigen, mede gelet op het toepasselijke tarief, zouden worden geconfronteerd met een buitensporig zware last. In het betreffende arrest, dat handelde over kalenderjaar 2010, is dit niet gebleken. Inmiddels zijn we echter weer enkele jaren met een lage rente verder. Volgens Arjo van Eijsden, partner bij EY Belastingadviseurs, is het arrest een steuntje in de rug voor wie bezwaar maakt tegen de vermogensrendementsheffing. Maar hij waarschuwt in Het Financieele Dagblad voor voorbarige conclusies. De Hoge Raad behandelde een bijzondere zaak, over verhuurde woningen waarvoor huurbescherming geldt. Naast inkomen uit de woningen moet rekening worden gehouden met de waardeontwikkeling van de huizen, stelt de Raad. Parallel hieraan zou dat ook kunnen gelden voor beleggers in aandelen, aldus Van Eijsden. De waarde van spaartegoeden blijft echter onveranderd, zegt hij. ‘Hoewel het zeker geen gelopen race is, kun je uit het arrest wel afleiden dat Box 3 onder vuur ligt.’
Bron: Fiscalert.nl