Enige bewindslieden hebben geantwoord op vragen van een aantal Tweede Kamerleden over zzp-ers in de zorg en VAR-verklaringen.
Brief Staatssecretaris van Financiën, 7 april 2014 DGB2014/ 1947U
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Sport en de Staatssecretaris van Financiën hebben geantwoord op vragen van een aantal Tweede Kamerleden over zzp-ers in de zorg en VAR-verklaringen. Voorafgaand aan de beantwoording van de vragen schetsen de bewindslieden de uitgangspunten van het kabinet inzake deze problematiek. Het kabinet hecht sterk aan de bestrijding van schijnzelfstandigheid. Het is gebleken dat ook in de zorg nog steeds zzp-constructies voorkomen die niet aan de regelgeving voldoen. Hierop wordt door de Belastingdienst, net zoals in alle andere sectoren, gehandhaafd. Toetsing en handhaving geschieden op basis van de wet- en regelgeving, de jurisprudentie en de daaruit ontwikkelde beleidsregels. De VAR geeft een oordeel vooraf over de wijze waarop en de condities waaronder naar verwachting de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd. Achteraf, bij de behandeling van de aangifte, wordt geconstateerd wat in de praktijk heeft plaatsgevonden. In de praktijk blijkt het bij de VAR-aanvraag gepresenteerde feitencomplex regelmatig af te wijken van het daadwerkelijke feitencomplex. De VAR brengt dus maar een beperkte zekerheid met zich mee. Als de vlag de lading niet dekt, kan de VAR worden herzien en zullen de ten onrechte genoten faciliteiten in de inkomstenbelasting moeten worden teruggedraaid. Op de vraag hoe de toetsing van gezag plaatsvindt bij de verlening van zorg in natura , antwoorden de bewindslieden dat die toetsing geschiedt langs de lijn zoals geschetst in het besluit Beleidsregels beoordeling dienstbetrekking. In dit besluit geven de Belastingdienst en het UWV aan hoe zij omgaan met beoordelingen inzake het aanwezig zijn van een dienstbetrekking in het kader van de inhoudingsplicht voor de loonheffingen en de verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen. De beoordeling van het gezagselement bij verlening van zorg in natura gebeurt op dezelfde manier en aan de hand van dezelfde criteria als bij andere arbeidsrelaties.
Bron: Taxlive (Kluwer)