Een werknemer die als Teamleider Bagage op Schiphol werkzaam is, stuurt zijn leidinggevende een uitgebreide mail waaruit frustratie spreekt omdat hij is gepasseerd voor een hogere functie, en die eindigt met: ‘bij deze dien ik mijn ontslag in!’ Klare taal, maar is het een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring, die gericht is op beëindiging van zijn dienstverband?
Gang van zaken
De dag na verzending van de mail verschijnt de teamleider gewoon op het werk. Zijn leidinggevende reageert pas een dag later op de mail en geeft aan dat hij de emotie begrijpt en dat de frustraties in een gesprek aan bod hadden moeten komen. De teamleider geeft aan dat hij wegens drukte voor een mail had gekozen, ook om zijn leidinggevende tijd te geven voor een reactie. Er volgt een gesprek waarin de leidinggevende de teamleider houdt aan het ingediende ontslag, maar een andere ontslagdatum voorstelt. Daar reageert de teamleider op door aan te geven dat hij met zijn mail en ontslagname uit emotie had gehandeld en dus afziet van het ontslag.
Er volgt een beëindigingsovereenkomst die door de teamleider binnen de wettelijke bedenktermijn wordt ontbonden. De werkgever stopt met betaling van het salaris. De werknemer eist wedertewerkstelling en betaling van het salaris.
Overwegingen rechter
De opzegging van een arbeidsovereenkomst door de werknemer vereist een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring, die erop is gericht de beëindiging van de arbeidsovereenkomst te bewerkstelligen. In verband met de ernstige (financiële) gevolgen mag een werkgever niet spoedig aannemen dat een verklaring van de werknemer gericht is op vrijwillige beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Als de werknemer terugkomt op zijn opzegging, rust op hem de stelplicht en bewijslast dat zijn wil niet gericht was op het beëindigen van zijn arbeidsovereenkomst. Soms kan op de werkgever een onderzoeksplicht rusten om na te gaan of de werknemer daadwerkelijk wilde opzeggen en een verplichting om de werknemer over de gevolgen van de opzegging voor te lichten.
Oordeel rechter
De rechter is van oordeel dat de teamleider de arbeidsovereenkomst niet duidelijk en ondubbelzinnig heeft opgezegd. Gezien de strekking en de toonzetting van de e-mail is het voldoende duidelijk geworden dat de teamleider deze heeft geschreven in een emotionele gemoedstoestand en dan met name over zijn positie binnen de organisatie. De leidinggevende heeft deze emotie in zijn reactie ook erkend.
Daarom had de werkgever een onderzoeksplicht om na te gaan of de teamleider daadwerkelijk wilde opzeggen en een verplichting om de teamleider over de gevolgen van de opzegging voor te lichten. Dat is niet gebeurd.
Het voorgaande betekent dat geen sprake is van een (rechtsgeldige) opzegging van de arbeidsovereenkomst, zodat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd. De rechter wijst de gevorderde wedertewerkstelling en loonbetaling toe.
Let op: Een mail van een medewerker waarin hij ondubbelzinnig aangeeft ontslag te nemen, is niet zomaar een verklaring gericht op beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De werkgever heeft een onderzoeks- en informatieplicht.