De werkkostenregeling wordt vanaf 1 januari 2015 op een aantal punten gewijzigd. De werkkostenregeling zorgt voor een forse administratieve lastenverlichting voor werkgevers.
In de nieuwe werkkostenregeling wordt voor gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur het zogenoemde noodzakelijkheidscriterium geïntroduceerd. Als een werknemer gereedschap, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur zonder meer nodig heeft om zijn werk te doen, kan de werkgever deze verstrekken zonder fiscaal rekening te hoeven houden met het privévoordeel van de werknemer. Mede hierdoor vervalt het fiscale onderscheid tussen computers, smartphones en tablets. Voor de zakelijke iPad geldt bovendien niet langer de ‘zakelijke gebruikseis’ van meer dan 90%.
Ook hoeft een werkgever nog maar 1 keer per jaar vast te stellen wat zijn verschuldigde belasting voor de werkkostenregeling is. Voorheen moest de werkgever dit per aangiftetijdvak bekijken. Voor concerns wordt het mogelijk om onder voorwaarden de werkkostenregeling op concernniveau toe te passen in plaats van per concernonderdeel. Tevens wordt het verschil tussen vergoedingen en verstrekkingen weggenomen. Zaken die eerst alleen verstrekt mochten worden, mogen vanaf 1 januari 2015 ook onbelast worden vergoed. Daarnaast blijft onder de werkkostenregeling de regeling voor de personeelskorting voor producten eigen bedrijf bestaan. Tot slot verdwijnt het keuzeregime. Op dit moment kan een werkgever kiezen voor hetzij de werkkostenregeling, hetzij het oude regime voor vergoedingen en verstrekkingen. Vanaf 1 januari 2015 vervalt dat keuzerecht en bestaat alleen nog de werkkostenregeling.
Om de wijzigingen in de werkkostenregeling binnen het budget te dekken, wordt de vrije ruimte verlaagd van 1,5% naar 1,2% van de totale loonsom van een bedrijf.
De basis van de werkkostenregeling, die begin 2011 werd geïntroduceerd, blijft ongewijzigd. Met de werkkostenregeling kunnen werkgevers hun personeelsleden tot het vastgestelde percentage van 1,2 % van de totale loonsom onbelast van vergoedingen en verstrekkingen laten profiteren. Het gaat bijvoorbeeld om kerstpakketten, etentjes, een fiets en personeelsfeesten. Bedrijven hoeven deze extra’s onder de werkkostenregeling niet meer per werknemer bij te houden. Dat mag in één berekening voor het hele bedrijf.
Bron: Rijksoverheid