Vanaf het begin van de onderneming in 2006 is deze ingedeeld in de verkeerde sector voor de werknemersverzekeringen. Over de jaren heen heeft dat geleid tot een te hoge premielast. Na een in december 2021 ingediend verzoek heeft de Belastingdienst de onderneming per 1 januari 2022 ingedeeld in de juiste sector. De ondernemer vraagt in een bezwaarschrift terugwerkende kracht van de nieuwe indeling tot 2006.
Volgens de rechter is uitgangspunt van de regeling dat de sectorindeling van rechtswege plaatsvindt. Dit betekent dat de Belastingdienst een onjuiste sectorindeling in beginsel moet herstellen door afgifte van een nieuwe indelingsbeschikking. Volgens de wet is het echter niet mogelijk dat de nieuwe indeling met terugwerkende kracht plaatsvindt.
Rechter verwerpt alle argumenten van de ondernemer
Het niet met terugwerkende kracht formaliseren van een materieel verkeerde sectoraansluiting levert geen strijd op met artikel 1 van het Eerste Protocol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 1 EP).
De stelling van de ondernemer, dat de weigering om een evidente fout in sectorindeling niet met terugwerkende kracht te herstellen is aan te merken als willekeur, faalt ook.
De wettelijk afschaffing van terugwerkende kracht bij een onjuiste sectorindeling vond zijn grond in het beperken van onevenredige uitvoeringslasten en om de toename van uitvoeringslasten en sectorshopping te voorkomen. Er is dan ook geen sprake van een wettelijke bepaling die disproportioneel is noch van willekeurig handelen van de Belastingdienst door de verzochte terugwerkende kracht van de sectoraansluiting af te wijzen.
De omstandigheid dat op het formulier “Verklaring samenstelling premieloonsom ten behoeve van sectorindeling” de mogelijkheid wordt geboden om een gewenste ingangsdatum in te vullen, leidt er naar het oordeel van het hof niet toe dat de verzochte terugwerkende kracht moet worden verleend. De Belastingdienst heeft de ondernemer gevraagd voormeld formulier in te vullen om hem in staat te stellen het verzoek om aansluiting bij een sector volledig op zijn fiscale merites te kunnen beoordelen. Het behoort tot de ambtelijke taak van de Belastingdienst om het verzoek te toetsen aan de wettelijke bepalingen en onderzoek te doen naar de daarvoor benodigde feiten en omstandigheden. Gesteld noch gebleken is dat de Belastingdienst bij de toezending van het vragenformulier of bij de beoordeling daarvan uitlatingen heeft gedaan waaraan de ondernemer het in rechte te beschermen vertrouwen heeft kunnen ontlenen dat de verzochte terugwerkende kracht zou worden verleend. De enkele omstandigheid dat de ondernemer op het formulier de mogelijkheid had om de gewenste ingangsdatum in te vullen, is niet als een zodanige uitlating van de zijde van de Belastingdienst aan te merken. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt.
Tip: Het is zaak om zeker bij de start of wijziging van de activiteiten van een onderneming de sectorindeling goed te (laten) beoordelen. Dat kan u premievoordeel opleveren.