Een projectsecretaresse bij een bouwbedrijf wordt in december 2018 66 jaar, haar AOW-leeftijd. Dan eindigt haar contract van rechtswege. Ze heeft haar werkgever echter in augustus al gevraagd om te mogen doorwerken tot haar pensioenleeftijd, 68 jaar. Volgens de cao moet de werkgever dat toestaan, tenzij het bedrijfsbelang zich ertegen verzet. De werkgever weigert echter.
Voor de geschillencommissie komt de werkgever met verjonging van het personeelsbestand als bedrijfsbelang. De secretaresse krijgt gelijk. Omdat de werkgever haar toch niet laat doorwerken, gaat ze naar de rechter.
Volgens de rechter was het bedrijf niet verplicht het oordeel van de geschillencommissie te volgen, maar op basis van goed werkgeverschap wel verplicht om dat heel goed te motiveren. En dat is niet gebeurd.
De geschillencommissie had meewogen dat bij de vrouw geen sprake was van onvoldoende functioneren, onvoldoende inzetbaarheid of dat haar functie komt te vervallen. Die argumenten had het bedrijf niet weerlegd. De uitleg die het bedrijf aan de cao gaf, zou betekenen dat niemand meer na zijn of haar 66e zou kunnen doorwerken. Bovendien kan het bedrijf ook zijn personeelsbestand verjongen als de vrouw wel doorwerkt. De vrouw heeft ook nog een lager dan gemiddeld ziekteverzuim. Kortom, het bedrijf heeft volgens de rechter geen deugdelijke argumenten om de vrouw niet te laten doorwerken.
Tip: Check bij oudere werknemers of de AOW-leeftijd afwijkt van de contractuele pensioenleeftijd, wat er volgens het arbeidscontract of de cao is vastgelegd over einde van het dienstverband en eventueel recht op doorwerken.